Het begon met de wielermicrobe bij Arthur Maertens
Arthur Maertens zag het levenslicht op 11 juli 1892 in Zwevezele.
Gefascineerd door het stalen ros werd Maertens reeds in zijn prille jeugdjaren gebeten door de wielermicrobe. Al snel eiste de koers een prominente plaats op in het gezin van vader Ferdinand Maertens en moeder Sidonia Vandenberghe. Ook zijn jongere broers Florent en René volgden immers zijn voorbeeld.
Arthur reed zijn volledige professionele wielercarrière (1912-1914) in Franse loondienst bij La Française-Diamant (in 1914: La Française-Hutchinson). Legendarische renners als Charles Crupelandt, Eugène Christophe, Octave Lapize en last but not least Cyriel Van Hauwaert streden er aan zijn zijde in de jaren net voor de Eerste Wereldoorlog.
Arthur Maertens reed zich een eerste keer in de kijker op 27 oktober 1912 toen hij na Ritten Van Lerberghe als tweede eindigde in Tielt-Antwerpen-Tielt.
Vijfde in de eerste editie van de Ronde van Vlaanderen, maar met wrang gevoel
1913 was tegelijk het beste jaar maar ook het meest ontgoochelende jaar voor de Zwevezelenaar.
Na alle schermutselingen feilloos te hebben overleefd in de Helleklassieker, zag Maertens zijn winstkansen alsnog in rook opgaan nadat hij net voor Roubaix uit de kopgroep werd geslagen door een kaderbreuk.
Ook zijn enige deelname aan de Tour eindigde met een kater van formaat. Toen Arthurs kopman Octave Lapize er al tijdens de derde etappe de brui aan gaf (omdat hij vond dat zijn ploeg te slecht was georganiseerd om hem goed te kunnen helpen), besloot de ploegleiding om alle renners van La Française uit koers te halen. In de eerste rit van Parijs naar Le Havre bolde hij nog als 17e over de streep.
Toch was het niet allemaal kommer en kwel. In de eerste editie van de Ronde van Vlaanderen werd Arthur knap vijfde. Desondanks bleef hij ook hier met een wrang gevoel achter aangezien hij bij het binnenrijden op de wielerbaan van het Gentse Mariakerke ten val kwam. Hij krabbelde snel recht en finishte uiteindelijk op 70m van winnaar Paul Deman. De organiserende krant “Sportwereld” loofde op 25 mei de “prachtige koers van Maertens”! (
Klik hier voor het artikel) Arthur klaagde na afloop over “te weinig steke in den velodrom” (wellicht beschikte hij niet over de nodige grotere versnelling om de kloof na zijn val met de leiders opnieuw te dichten).
Op 16 juni won Maertens voor eigen volk Zwevezele Koerse. Hij verwees er Aloïs Persyn naar de dichtste ereplaats.
Op 16 september werd Arthur in Koolskamp vice-kampioen van Vlaanderen nadat hij zijn meerdere moest erkennen in René Anno.
Misschien wel de mooiste bekroning volgde eind 1913, toen hij door wielerpaus Karel van Wijnendaele werd uitverkoren om tot de eerste Flandrien-groep toe te treden.
Op 28 december 1913 maakten de Flandriens van MacBolle hun eerste publieke optreden ter gelegenheid van de opening van het toenmalige Sportpaleis in Schaarbeek. Tijdens de 24-urenkoers werd Maertens gekoppeld aan Leon Buysse. De renners van Mc Bolle speelden onder één hoedje en hielden niet op met aanvallen tot ze alle andere koppels gedubbeld hadden. Het duo Vandevelde-Depauw werd uiteindelijk als overwinnaars gelauwerd. In het wedstrijdverslag van Van Wijnendaele in Sportwereld van 29 december 1913 stelt Koarle dat “Leon Buysse en Arthur Maertens ’t schoonste werk leverden in den tweeden helft van den koers”.
De Groote Oorlog fnuikte de prille loopbaan van Maertens nog voor hij goed en wel begonnen was. Toch besloot Arthur het na de vijandelijkheden opnieuw te proberen als onafhankelijke, met een tiende plaats in het Kampioenschap van Vlaanderen in 1920 als meest opmerkelijke resultaat.
Het huwelijk, café en fietsatelier
In 1914 trad Maertens in het huwelijk met Irma Vermeulen uit Ardooie en opende een café en fietsatelier langs de Hille in Zwevezele.
In de jaren 1930 breidde Arthur Maertens zijn zaak uit en begon met de ambachtelijke productie van fietskaders.
Zoon Maurits zou na de Tweede Wereldoorlog mee in de fietsenzaak van Arthur stappen. Ondertussen runt Arthurs kleinzoon Eddy sedert 1980 het bedrijf dat vandaag door het leven gaat als Martelly Professional Frames.
Arthur was de rechtschapenheid en jovialiteit in persoon
Arthur overleed in zijn Zwevezele op 27 december 1962 ten gevolge van een zware heelkundige ingreep eerder dat jaar. De West-Vlaamse wielerpionier werd 70 jaar. Jerome Stevens schreef in Het Volk van 2 januari 1963: “Een vent met een gouden hart is heengegaan… zo zegden de mensen die ijsberenweder en slipgevaar trotseerden om de parochiekerk te vullen. Arthur Martens was de rechtschapenheid en jovialiteit in persoon. Zo kreeg hij een plechtige uitvaart, begeleid door het muziekkorps van de pompiers, waarbij hij even langdurig als verdienstelijk president fungeerde. De belangstelling was massaal”.